De beste manier om zichzelf voor te liegen en te beschermen was zich op werk storten. Helpen waar hij kon. Het team dat hij nu leidde beschermen als een leeuw haar welpen. Het was een rol die hem op het lijf geschreven stond. Net omdat hij met mensen kon omgaan. Hier een kwinkslag, daar een fronsende blik maar zonder terechtwijzen. Zonder dat hij hetzelf besefte waardeerden mensen hem na een tijd. Waar ze in den beginne ze nog schrokken van zijn luid gevloek op zichzelf, beseften ze na een tijdje dat hij er wel degelijk was voor hen.

Dat maakte het voor Sylvain draagbaar voor nu. Zorgde ervoor dat hij elke dag zonder wekker wakker was in alle vroegte. Een kop koffie dronk in zijn stille huis. De donkere straten doowandelend richting trein en metro die hij zo verfoeide.

“Godver Raymondus!” riep hij luid. Een excell sheet met allerlei data was plots leeg. De twee rijen werkplekken tegenover hem, waar zijn tienkoppig team zat, hoorde het niet eens meer. Dit waren ze gewoon. Raymondus vloekte alleen op zichelf. Nooit op een ander. Legde voor alles de schuld eerst bij zichzelf. Een paar van hen hadden in het begin wat afstand gehouden. Vonden hem een rare kwast. Zijn taalgebruik verbaasde hen ook. Alsook zijn hardheid. Ooit had hij het klaargespeeld in woede uit te barsten tegen hen. Het geklaag en gezaag over een niet werkende telefoon, trage computer en de airco die te koud stond moe geworden, was hij opgestaan en had met luide stem, over de hele werkvloer hoorbaar een tirade afgestoken.

“Zien jullie die zee daar?” vingerwijzend door de ramen. “Prachtige kleuren, blauwe hemel? Wel in die prachige plas liggen vluchtelingen te verzuipen. Moeders hun kinderen te drijven met gebroken oogjes op hun rugjes meeklotsend met de golven die pracht niet meer ziend. Diezelfde moeders door mensenhandelaren verkracht te worden net voor in gammele sloepen gestouwd werden. Passeren mooie zeiljachten hen op een paar kilometer. Die maken snel rechtsomkeert als ze een hoop vluchtelingen in de verte ontwaren. Gaan de confrontatie uit de weg om mensen te helpen. Dus stop met klagen!” was hij verder gaan. Almaar luider en vuriger. “We zijn een rijke verwende hoop nesten! Zitten mooi, hoog en droog. Op tijd en stond vreet en drank. Hebben een matras en plek!”

Een paar van hen bekeken hem met een blik die hem vertelde dat ze het er niet eens mee waren. Een aantal anderen stil en met beschaamde blik.
“Ik kan daar toch niets aan doen dat die mensen niet in hun land blijven, zomaar in die zee duiken. Dat is mijn probleem niet.” kwam als antwoord van Frank.
“Neen, klopt. Maar je kan er wel iets aan doen je niet te laten vangen aan je woedend maken om totale onzin en mij gek maken met je geklaag. Je weet dat ik er sta en ben als je me nodig hebt.”
“Ja, dat is waar,” mompelde Frank. “Ge hebt ergens wel gelijk.” eraan toevoegend.

Sylvain pikte het niet dat mensen hongerende Afrikanen hun schuld niet was. Het was hun schuld niet. Maar toch was hij van kindsbeen overtuigd dat empathie een goed was dat niet verloren mocht.

Leave a Reply