Verandering
De eerste slepende stappen, wellicht een spoor van slijm en water achterlatend, van wat ooit de mens zou worden, kon niet bevroeden dat zijn verlaten van het water de wereld zou veranderen. Nog een lange weg had het zich te slepen tot het heden. Maar het zou er komen. Met vallen en opstaan.
Het evolueerde erop los tot het zich oprichtte. Staand had het een beter uitzicht op de te veranderen zaken. Niet alleen lijf en leden evolueerden maar ook de inhoud van de schedelpan. Daar kolkte en kookte het. Het begon te plannen. Ongebreideld en bijwijlen ondoordacht bleek achteraf. Het bleef tenslotte een genetisch licht gewijzigde aap. Het bedacht het gezegde: Een mens kan zich al eens vergissen. En of het zich kon vergissen. Dagelijks was het vastbesloten daar het bewijs van te leveren alvorens zich ter bedstede te begeven en zich aldaar ongebreideld voort te planten. Het begon de aarde te bewerken. Het moet gedacht hebben: Al dat gras, modder, aarde, bloemen gaan op den duur ook vervelen, wij richten hier de boel wat comfortabeler en moderner in. Het plamuurde de aardkorst met asfalt en macadam, het bouwde niet meer in de breedte, maar in de hoogte. Het vond een leuke bezigheid: Competitie. “Ik bouw vier verdiepingen hoog!” kreette een verlichte Romeinse architect! “Ik vijf!” riep aldaar weer een ander. Ondertussen roept men vanuit Dubai: Wij zitten al bijna aan een kilometer! Het doet me denken aan het liedje dat ik als knaap getooid in korte broek en rugzakje op trektocht zong: Zo gaat het goed, zo gaat het beter alweer een kilometer! Het vond er geen ander woord voor dan vooruitgang. Hoe meer het bouwde, naar manen vloog, ziektes overwon, hoe meer het zichzelf bewonderde en bejubelde. Wat was het toch een ingenieus superieur wezen dat zomaar los uit de pols alles veranderen kon. Ondertussen bleef zijn grootste genot aan elkanders genitaliën sabbelen.
Maar laat mij niet negatief zijn, het deed ook schone dingen. Het bedacht op ingenieuze wijze de communicatie middels woorden. Pure jaloezie welt bij me op als ik denk dat diegene die op het idee kwam namen te geven aan de dingen dat zomaar mocht en vrijgeleide kreeg van de rest die op jacht ging om ‘s avonds het vrouwtje te imponeren met een dood hert.
Konijn, kip, boom, paljas, zon, maan en apestoned. Alweer zomaar los uit de pols kwatelde het meteen een paar woordenboeken vol. Het bedacht zowaar ook het woord: Liefde! Wat moet het daar op gezwoegd hebben. Want dat onbestemde gevoel dat het soms voor de dingen voelde, het mannetjesdier voor wijfjesdier en vice versa bespeurde, viel niet gemakkelijk te beschrijven. Het deed het verdomme maar toch! Bravo en bedankt daarvoor onbekende voorouder. Een verandering die tellen kan die lettergeleerdheid.
Dat er rond dezelfde tijd een aantal bossen verder ook anderen waren die op hetzelfde idee kwamen om middels keelklanken de dingen te beschrijven zou later nog voor veel miserie zorgen. De ene bedacht het woord konijn, de andere conejo en nog een ander lapin. En blijkbaar had elk zo een beetje het idee dat zijn klank de juiste was en oordeelde dat de rest die goedschiks of kwaadschiks ook zou moeten kwelen. Vraagt u het maar aan de Vlamen of Catalanen. Zij kunnen er u alles over vertellen. Ook de kleur van het leer waarin het gelooid was zorgde meermaals voor heibel. “Een mens kan zich vergissen, nietwaar.”
Maar we blijven positief. Al dat namen geven en nu in staat om te keuvelen was wel leuk. Maar hoe verwittigen we tante Corrie die een paar bossen verder woont dat het hert klaar en gaar staat om zes uur en dat zij meer dan welkom is een vorkje mee te prikken?
Het toverde uit zijn net uitgevonden hoed het alfabet! Keelklanken omgezet in tekens! Was me dat even een uitvinding die nog maar een keer de wereld veranderen zou. 26 tekens leken het voldoende. En zo geschiedde.
Het had wel nog af te rekenen met een logistiek probleem. Een aantal eeuwen rondzeulen met stenen tabletten zorgde hier en daar toch voor een pijnlijke rug en het zette zijn denkspier alweer in overdrive en vond het papier uit. Dat was mij alweer een uitvinding van heb ik u daar!
Aangezien het elke avond in het haardvuur staren na een tijd ook ging vervelen, want om de lichtbak uit te vinden was het nog niet slim genoeg, begon het verhalen te schrijven. Ridders, jonkvrouwen, narren. Allen kregen een rol. Maar een Spanjaard werd omtrent de jaren 1600 die figuren een beetje beu. Zij veranderden namelijk nooit. Was de held een in metalen pak gehesen blonde adonis met goede bedoelingen aan het begin van het verhaal, dan was hij na het beleven van avonturen nog steeds diezelfde adonis. Die onderweg wel een paar snoodaards lessen had geleerd middels zwaardhouwen en verpletterende goedendags. Er zat geen evolutie of verandering in die ophemelende werkjes.
“Daar ga ik eens verandering in brengen” moet onze Spaanse vriend gedacht hebben en schreef onder een verzengende zon een satirisch, kritisch verhaal over een idioot die meende molens te moeten bevechten. Een grote scheldpartij tegen de mooie ridderverhalen die ik reeds aanhaalde. Hij schreef zowaar een van de eerste romans in de Europese contreien.
Maar al dat geschrijf uit die losse pols met veer en inkt op papier ging op den duur ook vermoeien. Gelukkig had het korte tijd daarvoor een machine uitgevonden die het geschrevene in veelvoud kon produceren en voor velen toegankelijk maakte. Daar kwamen vodden van. Want de ene vond niet dat de andere te slim moest worden door al dat gelees en geleer. Sommigen zouden wel eens van gedacht kunnen veranderen wat geloven betrof. En er was al genoeg veranderd sedert het uit het water kroop. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en dus ging het door met veranderen. Zij het gepaard gaande met een paar oorlogen waar een hoop miljoenen meteen tot martelaren en aan gort werden bebombardeerd. “Een mens kan zich al eens vergissen”
Het had nu geleerd gedachten uit te wisselen. Toch zou dat gedachten wisselen sneller moeten dacht het. En volgens de enen was de redder in nood een onlangs overleden Amerikaan met zwarte rolkraag, volgens de anderen een aantal gisse Koreanen. Het buigt zich nog over deze kwestie in internationale gerechtshoven. Het knutselde de smartphone in elkander!
Er schijnen ondertussen al meer van die dingen in omloop te zijn dan mensen met toegang tot drinkbaar water. Maar ik zei het al voorheen: We blijven positief. Met dit stukje spitstechnologie kan en mag nu iedereen tante Corrie uitnodigen in milliseconden zonder enige inspanning. Wel moet ze daar misschien wel op een gevleugeld kerosine verslindend tuig voor stappen om nog op tijd aan de rijkgevulde dis te kunnen aanschuiven. En aan die dezelfde tafel zal men tante Corrie loven om haar moestuin en het aankopen van natuurvriendelijke thee. Dat ze daar eventjes een ecologische voetafdruk in de aarde had geramd van een paar hectaren met haar vliegreisje vergat men voor het gemak. De boog kan niet altijd gespannen staan nietwaar.
En al die veranderingen zorgden voor comfort. Voor sommigen toch. Of het er ook gelukkiger is van geworden durf ik niet meteen te zeggen.