Vervolg op “Het walhalla van het hol gekwaak(12)”

“Piep!”
“Dag meneer!,” een pinnige wijvenstem van een jaar of vijfenvijftig.
Sylvain slaakte een zucht. Onhoorbaar. De ervaring had hem geleerd dat aan een telefoon alles te horen was. Op een verloren moment tijdens het geratel van een klant was hij ooit beginnen neuriën. Na een twintigtal seconden had de klant gevraagd “Bent u er nog?” Die dacht even dat hij in de wacht gezet was. Sylvain herinnerde zich zelfs nog wat hij neurïede. Einaudi, Divenire. Een stuk pianomuziek dat hem rustig maakte. Deed wegzweven.
Sinds had hij zich de techniek eigen gemaakt alles onhoorbaar aan de telefoon te doen. Hij had plekken in zijn mondholte gevonden om eten in te parkeren als hij praten moest bij een plotse piep. Kon onhoorbaar slikken bij het lurken van een flesje water. Graag had hij ook nog onhoorbaar kunnen roken maar dat mocht niet. Eten trouwens ook niet maar daar veegde hij zijn oren aan.
“Scharla…”
“Ik hoef het niet weten meneer! Ik weet naar waar ik bel!”
Sylvain zuchtte nu hoorbaar. Ervaren als hij was wist hij dat dit mens hem eens de les zou spellen. Hem vertellen hoe armetierig hij was en te stom haar te woord te staan. Een overste, baas of coach ging ze vragen.
“Internet werkt niet meneer. Ik ben lerares!”
Ze sprak het uit alsof haar beroep haar het recht gaf op door rood licht te rijden, de kassierster van de supermarkt een klap te verkopen bij het te snel scannen van haar boodschappen en nooit in de rij hoefde te staan ergens.
“Want ik ben lerares!”
Wellicht was Sylvain in haar gedachten één van haar zovele mislukte leerlingetjes in haar bestaan. Eentje die te stom was de dt-regel te leren, niet onthouden kon wanneer de Franse revolutie begonnen was. Zij die nochtans zo haar best deed door met discipline en harde hand de nog ontluikende leventjes het juiste pad op te zetten. Haar pad dus. Alles wat daar van afweek kon rekenen op misprijzen.
Afgunst bekroop Sylvain een enkele keer bij dergelijke mensen. De klare en duidelijke kijk die ze schenen te bezitten op hun bestaan. Geen twijfels. Zus en zo, en zo en zus, einde verhaal!
“Wat gaat u daar aan doen?” vuurde ze haar vraag af als was het een vingertik met metalen lat.
“Wie bent u mevrouw?” Sylvain paste zijn beproefde techniek toe. Het had geen enkel effect.
“Van Belle! In twee woorden met dubbele l!”
“Heeft u een klantenummer mevrouw, dat zoekt makkelijker en sneller.”
“Dat heb ik niet bij de hand en ben ik ook niet van plan te zoeken!”
Het mens bleef continu heel luid en aan de snelheid van de Thalys Amsterdam-Antwerpen praten.
“Een momentje dan mevrouw. Ik zoek u op.”

“Volgende metro 3m 20s”

Tom

Vervolg “Het walhalla van het hol gekwaak(14)”

Leave a Reply