De opluchting veroorzaakte een kalmte. Niets deed er nu nog toe. Zijn beslissing was genomen. Nog iets meer dan drie minuten. Er zweefde een glimlach om zijn mond. Ontspannen ging Sylvain op een bankje zitten. Het meisje stond nu links van hem. Haar scherm kon hij niet meer zien. Dat hoefde ook niet.

De glimlach kwam er door een herinnering waarbij hij iemand verschrikkelijk gekloot had. Zijn gram moest en zou hij halen nadat iemand zijn wijf geschoffeerd had. In zijn ganse bestaan had hij maar één ding goed gedaan en dat was houden van. Op zijn manier. Onwrikbaar was hij daar in. Een mannetjesdier. Hij had haar gelukkig gemaakt door wie hij was. Hij haar. Nooit had ze iets proberen te veranderen aan zijn door velen beschouwd als vervelende en verslavende gewoontes. Zijn karaktertrekken liet ze intact. Omdat ze er van hield. Hij was een gevaarlijk dier.

In stilte kon hij haar gadeslaan. Luisteren. Als een leeuw roerloos bij haar zitten. Die heel nu en dan zijn staart zwiepte ten teken van waarschuwing naar zijn omgeving: Uit de buurt blijven!

Ook op zijn werk kenden ze die blik. Dan op geheel andere wijze. Je kon alles van Sylvain verkregen krijgen. Zolang het klopte in dat brein van hem. Alles moest waarachtig zijn. Als hij ook maar een lichte geur van doortraptheid, valsheid of opportunisme bespeurde, loste hij die op in een kortaf uitgesproken antwoord doordrenkt van zoutzuur. Weinigen dorsten het om hem dan van wederantwoord te dienen.

Aan haar gezicht had hij gezien dat iets haar dwars zat. Of ze ergens mee zat, had hij gevraagd. Ja, iemand had ze van antwoord gediend. Die iemand had haar het hof lopen maken. Dat ze hem meteen duidelijk had gemaakt dat ze daar niet van gediend was. Op vriendelijke wijze. Want heel anders dan Sylvain bezat zij de elegantie van zachtheid. Maar die zachtheid leidde er ook toe dat soms mensen haar woorden niet hoorden. Haar vriendelijkheid als uitnodiging zagen. Afgingen op haar gemeende glimlach, zich welkom voelden terwijl ze dat niet waren.

Dat ze zich geen zorgen moest maken, had hij haar gezegd. Hij had haar omhelsd. Zij geborgen in zijn armen.

Daags nadien zat hij op zijn werkplek. Opende het belprogramma waarmee al zijn call medewerkers belden. Hijzelf belde al lange tijd niet meer. Bestierde rond en omtrent het doen en laten van een 20-tal mensen. Hij leidde dit team als een voetbalploeg. Die soms totaal de mist inging, andere keren triomfeerde. Steevast nam hij de schuld op zich als dingen fout liepen. Zoals het een goede trainer van een voetbalploeg betaamde, oordeelde hij.

In dat programma had Sylvain toegang tot alles. Zo kon hij ook het nummer instellen dat zou verschijnen op diegene die zou gebeld worden zijn scherm. En daar was plots het plan. Hij kende het telefoonnummer van diegene die haar had lastigvallen, rustig stelde hij het belprogramma van zijn 20 call medewerkers in, op het telefoonnummer van de vent wiens bloed hij drinken kon. Van zijn wijf bleef je af. Niet dat hij vond dat een man of vrouw niet proberen mocht om te verleiden of flirten. Maar niet meer als je een klaar en duidelijk antwoord had gekregen: Neen.

Hij stuurde een interne mail naar alle medewerkers: Vandaag bellen jullie elke tien minuten naar dit nummer met volgende tekst:

Beste X

Gaarne willen wij u meedelen dat een neen een neen betekent. En de prachtige dame die u de afgelopen dagen haar neen op sierlijke doch gemeende wijze een aantal keren meedeelde, maar blijkbaar in uw nooit ontwikkelde hersenen doordringt, een ware neen is. Een neen om u tegen te zeggen. Een neen die als een boemerang in uw smoelwerk wordt gegooid maar niet doordringt blijkbaar. Mocht het het in de toekomst verder zonder doordringen blijven, dan zal het bewijs dat u van vlees en bloed bent u geleverde worden middels een aantal welgemikte slagen op uw voedselkauwers. Waarbij u dan de volgende dagen genieten zal mogen van smoothies en kinderpapjes. Mocht u nog vragen hebben, dan zijn wij meteen bereid tot luisteren en antwoorden. Want wij luisteren aandachtig!”

Die dag was de vent 223 keer gebeld zag Sylvain ´s avonds op zijn programma.

Of hij iets gedaan had, vroeg ze hem daags nadien. Want dat er iemand op haar werk tien meter uit haar buurt bleef. Hij wegrende uit de koffiekamer met verschrikte blik als zij binnenstapte. Hij als een schichtig dier wegdook waar zij opdook.

Ze was in een lach uitgebarsten. Sufferd. Had hem omarmd. Wel nog meegedeeld: Ik ben je sterke wijf. En kan ook voor mezelf opkomen, leeuw!

Dat weet ik, maar ik blijf en ben de vent die ik ben. Jouw vent.

2 min 58 sec.

Tom

Leave a Reply