Ze kruisten elkaar midden op het zebrapad van de brede drievaksbaan. Vier mensen. Twee moeders, twee dochters. De leeftijden verschilden zo een 30 jaar tussen beide dochters en moeders schatte ik. Eén dochter lag lui met een been hangend uit een koetsje. Iets had ze uitgevreten want de moeder berispte haar.

De andere dochter duwde ook een koets. Maar dan één met grotere wielen. Waar op voetsteunen netjes de voeten waren geplaatst van haar moeders verlamde benen.

Ik nipte van mijn bier en plaatste het terug op het tafeltje, zag bij dit tafereel een tijdmachine. Het beeld was tijdloos. Ooit zou ook de moeder, nu haar dochter vermanend oud worden. Het kind dat daar nu lui lag een volwassen vrouw zijn. Zoals het sinds mensenheugenis was gegaan. Generatie op generatie.

Even had ik spijt dit beeld niet vereeuwigd te hebben in pixels. Het misschien op Instagram plaatsen. Maar het beeld vertelde teveel. Mijn fotografie kennis was te klein om dit grootse kleine moment te vangen. Het zou niet tonen hoe met een vermoeide blik de ene dochter haar moeder verderduwde. Hoe op een fractie van een moment een zweem van een glimlach verscheen om haar mond de baldadige peuter ziend. Het zou niet vertellen hoe ze terug voor zich keek en heel even zacht over de bol van haar moeder streelde. De handvaten van de rolstoel terug stevig vastnemend.

Ik dronk mijn nu lauw geworden bodem bier leeg. Stond op. Op naar het volgende beeld dat ik mogelijks niet vatten zou kunnen.

Tom

Leave a Reply