Dat het vier in de namiddag was, hoef ik je niet meer te vertellen. Dat je er letterlijk uitgerukt werd uit die buik ook niet meer. Tot vervelens toe aanhoorde je de verhalen van je geboorte. Zoals ieder kind. Zoals ieder mens dat nog steeds met een zweem van verveeldheid en schaamte zijn geboorte moet aanhoren.
Maar tijd kent geen genade, wel geduld. En zonder het te merken is die vergleden. Ik nam je voorzichtig op om je in je wieg te leggen, nam later je hand duizenden malen bij je eerste stappen, zodat je niet op je snuit je tanden door je lippen zou boren. Wat uiteraard wel gebeurde een paar keer. Rende je achterna toen je ontsnapte met vlugge pasjes als klein kind. Toen kwam de fiets in je leven. Een aantal jaren vlamde je rond met vriendjes op bergterreintjes, tot ook die fiets alweer tot het verleden ging behoren.
En zoals elke vader de sterke vader wil zijn in de ogen van zijn kind, was ook ik trots als je naar me opkeek, ik je boei was bij eender wat. Maar de tijd, schreed verder op haar onmerkbare geduldige wijze. En je trok stilaan je eigen weg op. Niet meer met kleine stapjes of fietsend maar met overtuigde stappen.
En je overtuigingen werden de jouwe. Mijn overtuigingen en gedachtes daar begon je aan te twijfelen. Zoals het hoort. Toch was het een rare gewaarwording dat ik niet meer je grote held was. En de rare gewaarding was wellicht wat in de wandelgangen des levens loslaten wordt genoemd.
En hoe meer je bereikte en leerde, hoe groter mijn trots werd op je. En ondanks ik niet de meest makkelijke vent was in je jeugd en puberteit, en nog steeds niet, werd je wie je nu bent.
Wetenschapper en muzikant. Twee totaal verschillende werelden die in je huizen. Werelden die ik niet ken. En dat hoeft niet.
Soms mis ik je diep ondanks ik je regelmatig zie.
Gelukkige verjaardag knul, trots op je ben ik.
Je vader