Het witte blad waar ik ooit zo van hield, vol schreef met letters, woorden die een stem hadden voor me, bekijkt me stil aan. Zegt niets meer. De tijden waar ik binnensmonds vloekte dat ik niet ambidexter was en zo met twee handen tegelijkertijd kon schrijven om vooral geen woord verloren te laten gaan, verdwenen.

Almaar meer klonken ze holler. Nietszeggender. De aaneengeregen letters verwerden tot tekentjes. Ze vormden nog wel woorden maar praten deden ze niet meer tegen me. Soms overvalt een weemoed me. Soms een woede op mezelf. Waarom spreken jullie niet meer? Vraag ik me af op de rand van radeloosheid balancerend. En kom niet aan met een flauw excuus als writersblock! Vermaan ik mezelf.

Over straat wandelend kan ik meteen honderd verhalen vertellen. Over de meneer in net pak, die als hij stilstaat voor het voetgangerslicht er heel normaal uitziet. Eenmaal dat voetgangerslicht hem toestemming geeft over te mogen steken hij plots wandelt als John Cleese in the funny walk Ministery. Of over de Chinese bareigenaar die zich te pletter werkt van ‘s ochtends zeven. Koffie maakt in de ochtend, frieten bakt in de middag, bier schenkt in de avond.

Maar al deze verhalen voelen hol. Vertellen al bij al niets. Simpelweg omdat het een trucje is die dingen te beschrijven. Het ingrediƫnt liefde ontbreekt. Ik rommel wat af in die hersenpan van me om aan de weet te komen hoe die letters en woorden weer tot leven te brengen.

Dus voor nu is de conclusie: Waar ben je liefde in die verhalen?

Tom

Leave a Reply