Zij die me kennen, kennen mijn afkeer van gestichten der massakooppsychose. De patiƫnten die er rondwaren met hongerige blikken, glinsterende ogen die verraden hoe de aan te kopen waren hen genot zullen schenken roepen bij me een mengeling van meelij en boosheid op.
Van blik tonijn tot breedbeeldscherm, al die zaken schenken blijkbaar genot.
Gisteren kon men ook mij daar vinden na meer dan een jaar. Het moment had ik haarfijn uitgekozen, om toch niet al te veel angst aangejaagd te worden door winkelkarretjes die als wapens gebruikt worden om een andere patiƫnt met dezelfde gedrevenheid die kar vol te gooien van de sokken te rijden.
De grote kledingketen van een bekende multinational die ik binnenstapte was amper bevolkt. Een boodschappenlijstje hoef ik niet. Al jaren koop telkenmale hetzelfde aantal broeken en t-shirts. Over wat aan te trekken des morgens om mij op straat te begeven hoef ik nooit mijn kop te breken.
Stomverbaasd ben ik telkens als ik de prijzen zie van die goederen. T-shirt: 9,95. Broek: 19,95. Dat afgerond net onder tientallen vind ik nog steeds nostalgie. Het bestaat al jaar en dag, zowat iedereen kent die truuk onderhand en toch blijft hij toegepast worden. Folklore wellicht.
Ik bekeek het ingenaaide label met afbeeldingen van ontelbare wasmachientjes en instructies die me meedeelden hoe dit stuk textiel te wassen. Mijn oog viel op: Made in Turkey. Een rek verder hingen eendere zwarte t-shirts, prijs: 6,95. Ook daar bekeek ik het label: Made in Bangladesh.
Ik wilde de winkel uitstappen. Op zoek naar een zaak waar ik voor eendere waar bereid was meer te betalen en het sponsoren van kinderarbeid zo te laten. Tot mijn verbazing had ik die keuze niet. Geen enkele multinational of kledingzaak kon ik vinden die niet ergens kindervingertjes tot labels in t-shirts naaien aanzet.
“Google is your friend” indachtig nam ik mijn telefoon. Nog voor ik googelde kwam ik tot het besef dat ook dit stuk techniek geassembleerd was in China. Dus ondanks de onmetelijke keuze aan zaken, goederen en waren in dit nepparadijs van consumptie had ik geen keuze. Ik kon er niet onderuit om iets te kopen waar kinderarbeid aan te pas gekomen was.
Ik kocht mijn jaarlijkse voorraad aan t-shirts en broeken, mompelde stilletjes: Sorry kindjes en stapte naar buiten. Richting de plaatselijke knijp. Alwaar de Chinese uitbater mij een biertje voorschotelde. En keek enigszins opgelucht naar het label op het flesje: Made in Spain.
Was getekend
TFL