Honderdveertig werkplekken. Leeg. Vanop het hoge verdiep valt de Middellandse zee nog niet te bespeuren. Het is nog donker. Vroeg. De eerste lichtstralen zullen zodadelijk de kim en zee zichtbaar maken. Een dans van oplaaiende tinten rood.
Het zoemen van de airco geeft rust. Sereen. En dan zal de stilte verbroken worden. Het eerste opdagende werkvee. Veel te vroeg. Want een praatje moet gemaakt. Koffie gezet.
"Nou, mooi dagje, nietwaar?" hoort hij ee...
Het is zover. Een van de dingen waar ik ontzettend van hou daar zou ik afscheid moeten van nemen. En het afscheid valt mij zwaar. Als ware het een geliefde die ik met huilend hart verlaten moet. En deze liefde van me, gebombardeerd door de wetenschap en samenleving als walgelijke verslaving, blijft mijn longen omhelzen met haar benzenen en teren.
Mijn grootvader beminde haar tot zij besloot zijn longen te bezaaien met kanker op 63-jarige leeftijd. Mijn...
Na het lezen van Pascal (Vanenburg) zijn blog over de ongezelligheid der schrijvers voor hun omgeving ging mijn hersenpap nog maar een keer over dit onderwerp knabbelen. Hoe gezellig ben ik als ik schrijf was de eerste vraag die ik me stelde. Waarop ik meteen merkte dat ik excuses begon te verzinnen. Ik ben toch wel rustig tegen mensen. Ik geef nooit indringende blikken waar in te lezen valt: "Fuck off!" en spreek altijd met twee woorden. Of niet? U voelt
Hij werd ouder. Ondanks ik hem in zijn ganse bestaan nooit gezien heb als energieke rennende hond werd hij de laatste tijd blijkbaar apathischer werd mij verteld. Meer niet. Hij hield me gezelschap bij het schrijven jaren zonder dat ik zijn aanwezigheid opmerkte. Nu en dan struikelde ik erover. Pas dan merkte ik dat hij er was.
Hij kwam totaal onverwachts mijn leven in. De kinderen moesten en zouden een hond.
"Drie voorwaarden dame en heer: Jullie ve...
Inghouden woede. Wat zeg ik? Allesvernietigende woede die geen uitweg vinden kan. Daar zat Sylvain. Te luisteren naar een bemiddelende stem die hem telkens hij iets zeggen wou de mond snoerde. Luisteren was de enige optie. Van communicatie was geen sprake meer.
"Ik bel zo naar de klant, leg hem uit wat er gebeurde," hoorde Sylvain alsof hij naar een televisietoestel keek. Wie er niet aanwezig was in het programma, was de man met ronkende managertitel. ...
De rode lichtjes werden troebel en dansten in de donkerte. De snelweg die hij maar voor een deeltje zien kon verlicht door de koplampen verwerd een schilderij van rode sterren, gekwast door Van Gogh. Een nachtelijke hemel vol rode sterren. De muziek op een volume waarvan menig oorarts een hartverzakking zou krijgen. En het kon Sylvain geen bal schelen. Hij miste zijn wijf. Hij miste haar lijf. Uit zijn ogen rolden tranen. Die tranen zorgden voor dit pracht...
Een hoop kaartjes kreeg ik mijn handen geduwd. Net als de andere 15 deelnemers. Er waren vier kleuren kaarten, op elke kaart stond een zin. Of ik de kaarten met de zinnen die van toepassing op mij waren wilde houden. Of ik de kaarten waarvan ik vond dat de zin bij een andere deelnemer beter paste wilde geven aan desbetreffende deelnemer.
Een week eerder had ik 25 vragen beantwoord. Vragen waarvan ik meteen doorhad dat ik vroeg of laat mezelf zou moeten...
Nog steeds probeerde Sylvain zich soms te verplaatsen in wat zijn oudeheer’s realiteit moet geweest zijn. Bewegingloos lag hij dan op de sofa. Zijn armen, benen romp zwaarder en zwaarder voelend. Tot hij verlamming voelde. Sommeerde zijn hersenen een vinger te bewegen, een been maar bewoog die niet. Bleef uren roerloos staren. Dichter raakte hij niet in zijn vader’s realiteit.
En nu vele jaren later staand op dit perron, het jonge wicht op haar telefoon...
De beste manier om zichzelf voor te liegen en te beschermen was zich op werk storten. Helpen waar hij kon. Het team dat hij nu leidde beschermen als een leeuw haar welpen. Het was een rol die hem op het lijf geschreven stond. Net omdat hij met mensen kon omgaan. Hier een kwinkslag, daar een fronsende blik maar zonder terechtwijzen. Zonder dat hij hetzelf besefte waardeerden mensen hem na een tijd. Waar ze in den beginne ze nog schrokken van zijn luid gevlo...
Mijn beste vriend dat ben ikzelf. Die gedachte vloeide als een straaltje water over een beregende voorruit van een stilstaande auto. Midden op het nog nachtelijke voetpad stopte hij met stappen. En keek naar de straal, die rustig verder vloeide. Alhoewel, mijn beste vriend, dacht hij. Deze vriend weet natuurlijk alles van me. Hem voorliegen kan niet. Wel hem bedriegen. Ik kan mezelf voorliegen dus. De gedachte ontstemde hem. Vooral omdat hij wist dat hij d...