Het is zover. Een van de dingen waar ik ontzettend van hou daar zou ik afscheid moeten van nemen. En het afscheid valt mij zwaar. Als ware het een geliefde die ik met huilend hart verlaten moet. En deze liefde van me, gebombardeerd door de wetenschap en samenleving als walgelijke verslaving, blijft mijn longen omhelzen met haar benzenen en teren.

Mijn grootvader beminde haar tot zij besloot zijn longen te bezaaien met kanker op 63-jarige leeftijd. Mijn oudeheer ging het hoekje om op 59-jarige leeftijd. Longontsteking. Alhoewel daar de meningen over de doodsoorzaak nog steeds verdeeld zijn. Sommigen beweren dat 35 jaar multiple sclerose er ook voor iets tussenzat aan dat stoppen met ademen.

En nu ik net de kaap van een halve eeuw nam, mijn ademtochten meer weg hebben van een aftandse Volkswagen kever waar plankgas mee gegeven wordt, besloot ik een poging tot afscheid te ondernemen. Een twee stappen plan bedacht ik. Al 32 jaar neem ik haar rond en omtrent een 55 keer per dag. Bedrijven mijn longen de liefde met haar waarbij een symfonie weerklinkt van benzenen en teren. Hulpmiddelen wil ik niet tot haar verlaten. Voor een liefde bestaan er geen vervangingen, die is uniek en onvervangbaar. Dus dan maar het voornoemde twee stappen plan: Afbouwen. En ondanks eenieder het over eens is en geen middel schuwt om hij die een dergelijke plan heeft meteen te ontmoedigen met moraalridderij en betweterij, ben ik standvastig.

Al 5 dagen lang lever ik een gevecht om van de 55 malen genot 20 te maken. De tweede dag leverde me een aangename verrassing op: Ik ademde een stuk beter. Mijn humeur ging er niet onder lijden. Maar ondanks alles is de scheiding een vechtscheiding. Ik hou namelijk nog met mijn ganse longen van haar. De lokroep harer filter en ranke witte lichaam doen mij kwijlen. Letterlijk op houtjes bijten doe ik soms, tandenstokers worden door mijn ivoren wachters vermorzeld. Maar eenmaal het moment is aangebroken waarbij ik van mezelf haar tot mij mag nemen breekt een feest aan. Ergens op een rustige plek vis ik haar uit haar verpakking. Bekijk haar, strijk haar even langs mijn neus en snuif met mijn nu beter ruikende neus. Zonder enige haast diep ik een aansteker uit mijn zak op. Het ding dat als een defibrilator haar tot leven zal wekken. Haar filter stop ik tussen mijn lippen, met kleine bewegingen vlei ik haar op de juiste. Ik doe haar iets hoger en breng mijn beide handen naar haar uiteinde, een hand beschermend tegen de ochtendbries, een andere met de vuurdefibrilator.
Een korte beweging van mijn duim zorgt voor een vlam, die zometeen mijn hersenpan zal inslaan als ik de eerste diepe ademteug neem vergezeld van haar verleidelijke geur en rook.

Veels te kort voelt het bedrijven van de rookliefde na een paar minuten als ik wat van haar rest, de filter, zie uitdoven.

De volgende stap is haar volledig verlaten en nooit meer haar liefhebben. Ik hou u op de hoogte of ik deze scheiding aankan.

Tom

Leave a Reply