Daar stond ze dan. Op het podium. Al een paar honderd keer had ze me eraan herinnerd: Vrijdag! Dan doe ik mee aan de voorleeswedstrijd van Cataloniƫ! Dat is een wedstrijd tussen scholen en de finalist mag naar Het Nationaal theater in Barcelona voor de finale! Je mag komen als je kan naar de voorronde van onze provincie.

Vergeten werd mij dus onmogelijk gemaakt. Niet dat ik het vergeten zou.

Een halfvolle theaterzaal met ouders, leraren, leraressen en voorlezers.

Achteraan aan het eind van een rij lege stoelen nam ik plaats. Dat ik eerst naar een hoop jongere kinderen moest luisteren deerde me niet. Het was er halfdonker en ik zat alleen. Had alle plaats voor mijn onafscheidelijke rugzakje met laptop en camera. Er zwerft ook allerlei zooi in dat rugzakje. Van servetten tot gebruikte vorken, van kabels tot laders. Ik kan zowat overleven op dat rugzakje.

Eindelijk was het haar beurt. Al een paar keer had ze me van de rij waar ze zat teken gedaan middels haar vingers: Nog 2 te gaan. Nog 1 te gaan. Tot ze aangekondigd werd. Tot mijn verbazing met nog twee kinderen.

Drie microfoons stonden er nu op het podium. Drie kinderen. Nieuwsgierig naar wat komen zou, zat ik stil met camera gewapend in aanslag.
Een paar seconden stilte, een knik van mijn kind richting de aankondigster bevestiging vragend of ze mocht beginnen. Toen weerklonk haar stem uit de 16 luidsprekers. Acht aan elke zijde van deze grote zaal.

Me nog steeds afvragend waarom die andere twee kinderen ook het podium bevolkten, overviel mij verbazing. Haar stem klonk zelfverzekerd. Een meisjesstem met een zweem van volwassenheid.

Wat ze voorlas was de verteller. Dat kreeg ik plots door toen de andere twee elk de tekst van een personage uit het boek voorlazen.

“Meneer Smith dacht:” mijn dochters stem
“Wat moet ik nu?” tweede kind haar stem.
“Hoezo wat moet je nu?” Derde kind haar stem.
“Dacht Mr Smith.” Opnieuw mijn nazate haar stem.
Het werd een spervuur van tekst gelezen door drie kinderen. Haarscherp en ritmisch.

Verbaasd bleef ik kijken en genoot van deze symfonie van snelheid, tekst en woorden tussen drie kinderen.
“Hoe goed ken ik mijn kind?” ging door me heen haar horend en ziend.
Wanneer oefende ze dit? Wat spookt ze ganser dagen uit? Ze is veertien al. Het begin van een eigen leven ging al van start. Welke twijfels heeft ze? Welk verdriet maakt ze soms door? Wat maakt haar gelukkig in dat dagelijkse leven waar ik weinig vanaf weet?

Soms grijpt ze al eens mijn hand of omhelst ze me. Verbaasd niet goed wetend wat ik daar mee aan moet glimlach ik dan naar haar en knijp in haar hand of omhels haar terug.

De tekst komt tot een eind met een applaus tot gevolg. Het is voorbij. Ik probeer haar gezicht te peilen maar zie geen opluchting. Zie een brede glimlach. Ze hoort op dat podium, zegt ze me minuten later. Eenmaal ik daar sta voel ik me thuis.
Woorden die me stomverbaasd doen staan. Want ook ik beklom meerdere malen een podium met eigen teksten en eender voel ik dat podium aan. Genen?

Meteen daarop stapt ze vrolijk naar een groep vrienden en vriendinnen. “Bedankt om te komen pa!”
Daar sta ik. Zij naar haar wereld, ik terug in de mijne. Maar heel even raakten onze werelden heel intens.

Ik stap naar buiten op zoek naar een knijp en bier. Rook stappend een sigaret. En beleef een gevoel van rust. Ze haalt het wel in die wereld van haar. Haar broer ging haar voor met muziek, zij gaat hem achterna met woorden.

En ik, ik vergat een foto te maken.

Hou van je Sarina.

Je pa

Leave a Reply