Er klopte iets niet meer. Het metiér waar ik zoveel bewondering voor had besmeurde ik. De tijden dat ik het deed zonder er een ander doel met te hebben dan het bedrijven ervan zelf waren veranderd.

De ziel was eruit. Het verwerd een nadenken tot wat de lezer ervan zou denken, hoe een redacteur te imponeren met vlotte volzinnen. Die zinnen kwamen nog wel, maar klonken hol. Ik werd te veel geprezen en ging geloven in iets. En hoe meer ik geloofde, hoe fanatieker ik werd. Hoe meer ik het metiér schrijven verraadde.

De tijden waar ik nog geen bal van schrijven afwist waren mooi. Want niet bezoedeld of geconditioneerd was ik met het universele wetboek der regels dat velen menen te moeten kwaken over schrijven.

Ik schreef.

En nu op deze ochtend schuif ik het raam open en zie de zuiderse hemel van pikzwart naar een gloren evolueren. En is het genoeg geweest met verraad. Omarm ik weer de zesentwintig letters waarvoor ze bedoeld zijn, ze aan elkaar rijgen tot een verhaal waar ikzelf me kan in vinden en waar eenieder ermee kan aanvangen wat hij of zij wil: de derrière ermee afvegen, het niet lezen, het mooi vinden, er iets aan hebben, er niets aan hebben.

Ik schrijf terug.

Tom

One thought on “Ik schrijf terug

  1. Allez, veuruit mee de giete en moakt da boek af.
    Kei wa eurootjes in mein portefoelde zitten om da klepperke te kuupe.

    Den Lange

Leave a Reply