In de verte ergens in de bergen knetterde een motorfiets. Ik kon horen dat het een tweecilinder zware machine was. Amerikaanse makelij, vandaar knetteren.
De dageraad rook nog nieuw en een schuchtere vroege voegel begon aan zijn dagelijkse taak, kwetteren.
We waren nu met zijn drieën, de motorvogel, de vroege vogel en ik.
Languit gestrekt op de sofa rokend met alle ramen open luisterde ik verder.
De motorfiets trok op. Dat deed het ding natuurlijk zelf niet, wel de bestuurder ervan. Niets kon ik zien van hem, wist ik van hem, toch vertelde dit vroege eenzame geluid een gans verhaal.

Iemand had gisteren zijn wekker zorgvuldig gezet. Had wellicht op zijn weerapp gezien dat het vandaag niet regenen zou en de temperatuur best aangenaam zou zijn. Een beslissing genomen. Dat is het in deze contreien overwegend.

Ik wist dat iemand een polsbeweging maakte, wist op de seconde af wanneer hij zijn linkervoet gebruikte en welke beweging hij uitvoerde bij het schakelen. Met een voet waar hij met de hand die nu gas gaf een schoen had aangetrokken even daarvoor. Niet dat die dingen wereldschokkend zijn, wat me wel verbaasde is hoeveel dingen in een simpel geluid schuilen konden. We leven tenslotte in een informatietijdperk.

Los van informatie maakte het geluid me rustig. Want dat doet fantaseren met me namelijk, me rustig maken. Terwijl de werkelijkheid dagelijks nog steeds mijn fantasie overtreft, en dat maakt me minder rustig.

Maar niet afdwalen van dit verhalen wil ik. De motorrijder dus, of zou het een rijdster zijn? Ik zoog aan mijn rookwaar en dacht daar even over na. Rijder! besloot ik. Tenslotte was dit mijn fantasie en verhaal door dat geluid opgewekt.
De kwinkelerende vogel piepte nu en dan door het mechanische geronk heen. Daarbij moest ik meteen denken in welke boom hier in de buurt die uit een ei was gekropen. Terwijl in één vlotte gedachte ik door dacht en me afvroeg hoe oud die boom wel was waar dat ei in gelegd was en waar de motorrijder nu wellicht langsvlamde. We verwerden een trio in deze nog slapende wereld.
De vogel, motormuis en ik.

Zonder van elkander iets te weten, elkaar te kennen en dat ook nooit te zullen doen waren we op dit moment toch verbonden door iets. Het wat maakte me niet uit wat dat iets was. Soms voelen dingen perfect. Het moment. Heel broos want het vervliegt in seconden.

Ik hoorde hoe de de motor zich verwijderde door de bergen. Het geluid afzwakte. Een aantal keren schakelen, zwakker en zwakker.

De vogel fladderde plots weg. Het pluimvees gezang hield op.

Onze vereniging was verbroken. Elk ging nu zijn weegs. Ik ging al bij al nergens heen. Bleef in korte afgeknipte jeansbroek onbeweeglijk op de sofa liggen en keek het blauwe ochtendzwerk in. Snipverkouden en hoestend.
Boven mijn hoofd de sterren fantaserend. Alhoewel onzichtbaar in het licht zijn ze er toch. Dus geen fantasie.

Tom

Leave a Reply