Vervolg op “Het walhalla van het hol gekwaak(25)”

Twee jaar later liep hij op datzelfde stationsplein te tobben over zijn eerste nul. Tientallen busstops vulden het plein. Langwerpige eilandjes waar busreizigers in veiligheid konden wachten. Voor hen de sporen van de vele bussen die de straat hadden doen verzakken. Tussen spoor en spoor een lange glimmende olieachtige vlek. Het rook er zoet. Dieselgeur.

Sylvain hoopte op zijn plaats op de achterbank. Vandaar had hij uitzicht. Ook naar achteren. Hij staarde graag naar de auto’s die achter de bus reden. Hij kon de warmte in die auto’s voelen. Alsof het een kleine woonkamer betrof. Sommige mensen maakten van hun auto een gezellig plek. Pakje sigaretten op de passagiersbank, doos Kleenex op het dashboard. Vooral ´s avonds bij donker leek zo’n auto knus. De dashboard verlichting aan, een oplichtende radio. De muziek fantaseerde Sylvain er zelf bij.

De nul, dacht hij.

Als wraak om het niet neerslaan van zijn ogen had de leraar Frans zijn agenda gevraagd. Er in rode letters in beschreven hoe Sylvain lui was. Niet oplette. Brutale mond had. Hautain was. Met de eis de toets getekend door een ouder terug in te leveren de eerstvolgende les.

Sylvain las de nota. Snapte niet waarom die vent zo loog. Hij had geen woord gezegd, alleen maar woedend teruggekeken. Brutale mond? Amper had hij iets gezegd in de klas want kende er geen kat. Hij had pas vier uur les Frans gehad op deze eerste twee weken van de middelbare school, Niet oplette?
Blijkbaar kreeg Sylvain zijn eerste les in volwassenheid. Wie iets verkregen wil liegt. Overdrijft. In dit geval wilde de leraar Frans Sylvain vernederen om een of andere onbekende reden. Of was dit om hem te helpen? Zodat hij terug tienen halen zou? Rare manier van helpen is dat dan, dacht hij.

“Een wat?”
De toon en de nadruk op elk woord met een tussenpauze waarop deze woorden vaders mond verlieten waren duidelijk. Hier kwam heibel van.
In al zijn naïviteit had Sylvain gedacht op begrip te kunnen rekenen. Hij had zelfs willen vertellen hoe die Fransoos vierkant loog. Nu besefte hij dat het zou klinken als een excuus. Het maakte Sylvain woest. De enige verdienste die die pummel had was volwassen zijn, en zij werden dus altijd geloofd.
“Een nul,” herhaalde Sylvain stil.

Het tribunaal bestaande uit ma en pa bekeek hem. Stilte. Sylvain durfde amper te ademen. Vanachter zijn brillenglazen bleef pa hem strak aankijken. Sylvain dorstte niet hetzelfde te doen als bij de leraar Frans. Sloeg meteen zijn ogen neer. Wachtend op wat komen zou. Hij kende zijn pa zo niet. Het verwarde hem totaal. Sylvain wist aan geen kanten wat er gebeuren zou. Het maakte hem bang. Net zoals mensen schrik hebben voor spinnen, dat komt omdat je nooit weet welke richting het beest plots rennen kan had hij eens ergens gelezen.
Vader probeerde op te staan. Heel moeizaam ging dat. Sylvain had het afgelopen jaar gemerkt dat er iets niet klopte. Maar hem werd niets verteld. Pa was ook al maanden thuis, werkte niet meer.
Boven Sylvain uittorend zei pa: “Een ganse week geen tv en elke dag na het eten naar je kamer. Studeren tot je een tien hebt.”
De tien kwam er nooit, de verbanning naar zijn kamer zou geen week maar jaren duren.

Volgende metro 1m 42s

Kreeg een vervolg “Het Walhalla van het hol gekwaak(27)”

Leave a Reply