De oranje gloed verhitte zijn gezicht. De hem omringende donkerte omarmde hem en liet alleen zijn ingespannen gelaatsuitdrukking zien. Intens was de hitte van het haardvuur, evenals het vuur in zijn ogen. Zijn verleden ging op in as en vlood weg via de schoorsteen waar de loeiende wind ze meenam op een duizelingwekkende reis. Het zuiveringsritueel waar hij al maanden liep over te tobben vond eindelijk plaats.

Al een tijd was zijn oog gevallen bij het fietsen langs een ontdekte binnenweg naar de fabriek, op een oude vervallen boerderij midden in een wei. In een gehucht dat nog krampachtig weerstand bood in dit industriegebied. Een kerktoren met een aantal huizen en een begraafplaats waar de tekst op een bordje gebood de honden aan de leiband te houden. Een kluivende hond op een begraafplaats konden ze daar blijkbaar missen. Een boerderij met tien door de Europese landbouwcommissie gesponsorde koeien. Werelderfgoed, beesten die nog grazen in een wei. Een uitstervend ras.
En de vervallen boerderij een eindje verderop.

Op zijn leeftijd vond hij zelfmoord een kinderachtige daad. Dat liet hij over aan zijn ooit wel aftakelende lichaam. Zijn lijf was voldoende sterk om nog een tijdje te functioneren. Tot zijn verbazing was wat de woonkamer van deze boerderij moet geweest zijn intact. Geen gebroken ramen en de deuren konden dicht. Anders dan de belendende vertrekken waar blijkbaar een aantal jongeren zich uitgeleefd hadden met de boel te vernielen. Een zoektocht door het huis leverden hem twee kapotte houten stoelen, een paar planken van een kapotgeslagen deur en een massief houten Madonna beeld op. Het haardvuur in de woonkamer kon aangemaakt worden. Een paar minuten later keek hij in het oplaaiende vuur waar de vlammen hongerig aan de oude rommel likten. Vastberaden had hij de luttele foto’s met de afbeeldingen uit een verleden in de haard gegooid.

Herinneringen zijn de valse getuigen van een overbodig geworden verleden. De opkrullende kiekjes met de korrelige gezichten groetten hem vaarwel. Hij bespeurde een glimlach op hun gezichten.
‘Het gaat jullie wel,’ mompelde hij.
Na het verdwijnen van hun gezichten en glimlachen gooide hij een meegebrachte lamsbout op het vuur. Zijn brandende verleden als brandstof voor toekomstig voedsel.

Leave a Reply